Harald en Josine hebben een echt ‘tienergezinshuis’

Harald en Josine* startten in 2011 als pleegouders en besloten na enkele jaren gezinshuisouders te worden. Wij vroegen ze naar hun drijfveren, het reilen en zeilen in hun gezinshuis en de samenwerking met Enver.


Een gezinshuis is een kleinschalige vorm van hulp en zorg voor uithuisgeplaatste kinderen en jongeren. In een gezinshuis vangen gezinshuisouders kinderen en jongeren op in hun gezin in een normale leefomgeving. Gezinshuisouders vormen 24/7 de vaste basis en bieden professionele begeleiding.

 

Wat drijft jullie om gezinshuisouder te zijn?
Harald: “Onze belangrijkste drijfveer is een innerlijke bewogenheid en bevlogenheid met betrekking tot (kwetsbare) jongeren die wij beiden hebben.

We komen allebei uit een relatief groot gezin (vijf kinderen) en hebben een fijne jeugd gehad. Het opgroeien in zo’n fijn gezin was voor ons de basis om ons te kunnen ontwikkelen tot een stabiel persoon en om zelf een gezin te kunnen stichten. Al vroeg in onze relatie kregen we te maken met situaties waaruit bleek dat het opgroeien in een veilig en positief gezin niet voor iedereen is weggelegd.

Daardoor beseften we steeds meer hoe gezegend we waren. En we vroegen ons af: hoe kunnen we dat delen met anderen die niet hetzelfde ‘geluk’ hebben gehad? Hoe kunnen we onze zegeningen vermenigvuldigen door ze te delen? Ook onze christelijke levensovertuiging speelt een belangrijke rol als het gaat om drijfveren. Wij hebben de overtuiging dat we niet alleen voor onszelf hier op deze wereld zijn, maar dat we zijn geschapen in relatie tot de ander. Christelijke waarden zoals naastenliefde, barmhartigheid en omzien naar het kwetsbare en het zwakke, in het bijzonder kinderen, vormen een belangrijke grondslag voor onze keuze om gezinshuisouder te zijn.”

Wat is de doelgroep van jullie gezinshuis?
Josine: “Wij zijn letterlijk een tienergezinshuis; er wonen bij ons jongeren van 10 tot 20 jaar. Met hier en daar een uitschieter wanneer er weleens een jongere wat langer blijft hangen voor hij/zij uitvliegt. We hebben geen specifieke doelgroep in de zin van bijvoorbeeld jongeren met een autisme spectum stoornis (ASS) of met een lichamelijke beperking, zoals je bij andere gezinshuizen weleens ziet. In de ruim elf jaar dat er pleeg- en gezinshuiskinderen in ons gezin wonen, hebben we met name veel ervaring opgedaan met jongeren met hechtingsproblematiek, (complex) trauma en ASS.”

Hoe combineren jullie het hebben van eigen kinderen met de gezinshuiskinderen?
Josine: “In 2011 zijn we gestart als pleeggezin. Onze eigen kinderen waren toen 6 en 4. Als we het ze nu vragen, zeggen ze zich niet meer een gezin zónder pleegkinderen/gezinshuiskinderen te kunnen herinneren. In die zin zijn onze kinderen dus op een natuurlijke manier opgegroeid in een samengesteld gezin. Wij leven als één gezin, waarbij we in principe zo min mogelijk onderscheid maken tussen eigen kinderen en gezinshuiskinderen. De gezinshuiskinderen doen met alles gewoon mee. Ze gaan naar school, zitten op sport, gaan mee met gezinsuitjes. Ze zitten ook op club van de kerk en gaan mee naar familiefeestjes en op vakanties.

Wel hebben wij met een vaste regelmaat vrije weekenden waarin we als basisgezin tijd met elkaar hebben om op te laden. Het leven als gezinshuisgezin is intensief en dynamisch. De vrije weekenden gebruiken we niet alleen om uit te rusten en te ontspannen met onze eigen kinderen, maar ook om met hen te reflecteren op het gezinsleven. Onze eigen kinderen moeten in bepaalde opzichten soms ook best grote ‘offers’ brengen en hun ouders delen met anderen. Daarom vinden wij het belangrijk om met een vaste regelmaat tijd en aandacht voor het basisgezin te hebben. De gezinshuiskinderen logeren in deze weekenden ergens anders.”

Hoe nemen jullie de ervaring als pleegouder mee naar jullie gezinshuis?
Harald: “Wij zijn ooit begonnen als pleegouder met wat wij nu zouden omschrijven als een hele makkelijke plaatsing. Al snel volgde een tweede plaatsing die juist vrij heftig was. Daarna volgden meer plaatsingen. Naarmate we als pleegouders meer ervaren werden, merkten we ook een toename in de complexiteit van de plaatsingen. Dit werd soms ook wel openlijk zo gezegd, in de trant van: ‘dit is een hele ingewikkelde, dus we dachten aan jullie’. Enerzijds is dat natuurlijk een mooi compliment. Anderzijds gaf dit uiteindelijk ook aanleiding om de switch te maken van pleeggezin naar gezinshuis. Op een gegeven moment hadden we een aantal kinderen in ons gezin met zodanig complexe problematieken dat wij allerlei extra hulp hadden opgetuigd in en rond het pleeggezin. Hiervoor hadden we meerdere PGB’s, vrijwilligers, en extra hulp in het gezin. Variërend van pabostudenten tot familieleden en vriendinnen. Steeds vaker kwam de vraag, vanuit de betrokken instanties en hulpverleners zelf: waarom doen jullie dit nog als pleegzorg? Wat jullie doen is eigenlijk gezinshuiszorg, alleen heb je het op een vrij ingewikkelde manier geregeld. Waarom maken jullie niet de overstap? Toen wij op een gegeven moment zelfs ook kinderen met een gezinshuisindicatie geplaatst kregen, waar geen plek voor was in een gezinshuis, hebben wij besloten dat de tijd echt rijp was voor deze stap.”

Harald vervolgt: “Onze ervaringen als pleegouders zijn onze belangrijkste bagage als gezinshuisouder. Wat ons betreft is er overigens geen harde grens tussen pleegzorg en gezinshuiszorg. Veel problematiek is zowel bij jongeren in pleegzorg als in gezinshuiszorg aan de orde. Alleen is die bij gezinshuiszorg complexer en zwaarder. En als gezinshuisouder opereer je veel sterker ook in de rol van hulpverlener. Voor ons gevoel is de pleegzorgperiode een rijpingsperiode geweest waarin we zijn toegegroeid naar onze nieuwe rol als gezinshuisouder.”

Hoe ervaren jullie de samenwerking met Enver?
Josine: “Wij werken al zo’n tien jaar zeer prettig samen met Enver. Wat ons aanspreekt is dat er veel kennis en professionaliteit in deze organisatie zit. Vanuit de pleegzorgperiode hebben wij al vele jaren dezelfde pleegzorgbegeleider die inmiddels met ons is mee ‘verhuisd’ en nu als ambulant begeleider onderdeel is van het kernteam van ons gezinshuis. Langdurige betrokkenheid van dezelfde hulpverlener op ons gezin schept een band die de samenwerking zeer ten goede komt.
Door de kernteams, de teamoverleggen en methodische werkbesprekingen, waarin wij samen met andere gezinshuizen meedraaien, hebben wij het gevoel onderdeel uit te maken van een team en daarachter een organisatie. We hebben collega’s waarmee we kunnen sparren en waarmee we gezamenlijke besluiten kunnen nemen. We kunnen vraagstukken neerleggen bij collega-gezinshuisouders en hun vragen hoe zij in bepaalde situaties handelen.

We kunnen ook terugvallen op een organisatie en management voor zakelijke aangelegenheden. Er is een ruim aanbod van scholing en trainingen die o.a. nodig zijn voor het behalen en behouden van SKJ-registratie. Daarnaast is er vanuit Enver ook toezicht op de kwaliteitscriteria. Al deze zaken zien wij als een meerwaarde. Dat is echt een verschil met pleegzorg, waarin je vooral met je eigen ‘toko’ bezig bent, wat soms ook een heel eenzaam bestaan is. Het onderdeel uitmaken van een grotere, professionele organisatie is voor ons de belangrijkste meerwaarde die de samenwerking met Enver biedt.”

Meer weten over gezinshuisouders?
Bij Enver zijn we continu op zoek naar nieuwe gezinshuisouders. Hier lees je meer over wat het gezinshuisouderschap inhoudt, kun je vacatures voor gezinshuisouder bekijken en een informatiepakket aanvragen. Op 20 september a.s. organiseren we een online open avond over gezinshuisouder worden. Meer informatie over deze avond lees je hier.

*Vanwege privacyredenen hebben we de namen gefingeerd. Harald en Josine zijn niet hun echte namen.

Print Meer nieuws